Oude Testament

Nieuwe Testament

Openbaring 22:7-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. En zie, Ik kom spoedig. Zalig hij, die de woorden der profetie van dit boek bewaart!

8. En ik, Johannes, ben het die deze dingen hoorde en zag. En toen ik ze gehoord en gezien had, wierp ik mij neder voor de voeten van de engel, die ze mij toonde, om te aanbidden.

9. Maar hij zeide tot mij: Doe dat niet! Ik ben een mededienstknecht van u en van uw broederen, de profeten, en van hen, die de woorden van dit boek bewaren; aanbid God!

10. En hij zeide tot mij: Verzegel de woorden van de profetie van dit boek niet, want de tijd is nabij.

11. Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd.

Lees verder hoofdstuk Openbaring 22