Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 9:28-31 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

28. En toen Hij het huis was binnengegaan, kwamen de blinden tot Hem, en Jezus zeide tot hen: Gelooft gij, dat Ik dit doen kan? Zij zeiden tot Hem: Ja, Here.

29. Toen raakte Hij hun ogen aan en zeide: U geschiede naar uw geloof.

30. En hun ogen gingen open. En Jezus verbood hun ten strengste en zeide: Ziet toe, niemand mag dit weten!

31. Maar zij gingen heen en maakten Hem in die gehele streek bekend.

Lees verder hoofdstuk Matteüs 9