Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 8:16-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

16. Toen het nu avond werd, bracht men vele bezetenen tot Hem; en Hij dreef de geesten uit met zijn woord en die ernstig ongesteld waren genas Hij allen,

17. opdat vervuld zou worden, hetgeen gesproken werd door de profeet Jesaja, toen hij zeide:Hij heeft onze zwakheden op Zich genomen en onze ziekten heeft Hij gedragen.

18. Toen Jezus een schare rondom Zich zag, beval Hij te vertrekken naar de overkant.

19. En er kwam een schriftgeleerde tot Hem en zeide: Meester, ik zal U volgen, waar Gij ook heengaat.

20. En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben holen en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen.

Lees verder hoofdstuk Matteüs 8