Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 8:1-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Nadat Hij nu van de berg was afgedaald, volgden Hem vele scharen.

2. En zie, een melaatse kwam tot Hem en viel voor Hem neder, zeggende: Here, indien Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.

3. En Hij strekte de hand uit en raakte hem aan en zeide: Ik wil het, word rein. En terstond werd hij rein van zijn melaatsheid.

4. En Jezus zeide tot hem: Zie toe, dat gij het aan niemand zegt, maar ga heen, toon u aan de priester en offer de gave, die Mozes heeft voorgeschreven, hun tot een getuigenis.

5. Toen Hij nu Kafarnaüm binnenging, kwam een hoofdman tot Hem met een bede,

6. en zeide: Here, mijn knecht ligt thuis, verlamd, met hevige pijn.

7. Hij zeide tot hem: Zal Ik komen en hem genezen?

8. Doch de hoofdman antwoordde en zeide: Here, ik ben niet waard, dat Gij onder mijn dak komt, maar spreek slechts een woord en mijn knecht zal herstellen.

Lees verder hoofdstuk Matteüs 8