Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 5:37-44 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

37. Laat het ja, dat gij zegt, ja zijn, en het neen, neen; wat daar bovenuit gaat, is uit den boze.

38. Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Oog om oog en tand om tand.

39. Maar Ik zeg u, de boze niet te weerstaan, doch wie u een slag geeft op de rechterwang, keer hem ook de andere toe;

40. en wil iemand met u rechten en uw hemd nemen, laat hem ook uw mantel;

41. en zal iemand u voor één mijl pressen, ga er twee met hem.

42. Geef hem, die van u vraagt, en wijs hem niet af, die van u lenen wil.

43. Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben en uw vijand zult gij haten.

44. Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen,

Lees verder hoofdstuk Matteüs 5