Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 26:26-29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

26. En terwijl zij aten, nam Jezus een brood, sprak de zegen uit, brak het en gaf het aan zijn discipelen en zeide: Neemt, eet, dit is mijn lichaam.

27. En Hij nam een beker, sprak de dankzegging uit en gaf hun die en zeide: Drinkt allen daaruit.

28. Want dit is het bloed van mijn verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden.

29. Doch Ik zeg u, Ik zal van nu aan voorzeker niet meer van deze vrucht van de wijnstok drinken, tot op die dag, dat Ik haar met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk mijns Vaders.

Lees verder hoofdstuk Matteüs 26