Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 24:14-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn.

15. Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniël gesproken is, op de heilige plaats ziet staan – wie het leest, geve er acht op – laten dan wie in Judea zijn,

16. vluchten naar de bergen.

17. Wie op het dak is, ga niet naar beneden om zijn huisraad mede te nemen, en wie in het veld is,

18. kere niet terug om zijn kleed mede te nemen.

19. Wee de zwangeren en de zogenden in die dagen.

20. Bidt, dat uw vlucht niet in de winter valle en niet op een sabbat.

21. Want er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal.

22. En indien die dagen niet ingekort werden, zou geen vlees behouden worden; doch ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen worden ingekort.

23. Indien dan iemand tot u zegt: Zie, hier is de Christus, of: Hier, gelooft het niet.

24. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen zouden verleiden.

25. Zie, Ik heb het u voorzegd.

26. Indien men dan tot u zegt: Zie, Hij is in de woestijn, gaat er niet heen; zie, Hij is in de binnenkamer, gelooft het niet.

27. Want gelijk de bliksem komt van het oosten en licht tot het westen, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn.

Lees verder hoofdstuk Matteüs 24