Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 23:32-37 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

32. Maakt ook gij de maat uwer vaderen vol!

33. Slangen, adderengebroed, hoe zult gij ontkomen aan het oordeel der hel?

34. Daarom, zie, Ik zend tot u profeten en wijzen en schriftgeleerden. Van hen zult gij sommigen doden en kruisigen en van hen zult gij anderen geselen in uw synagogen en vervolgen van stad tot stad,

35. opdat over u kome al het rechtvaardige bloed, dat vergoten werd op de aarde, van het bloed van Abel, de rechtvaardige, tot het bloed van Zacharias, de zoon van Berekja, die gij vermoord hebt tussen het tempelhuis en het altaar.

36. Voorwaar, Ik zeg u: Al deze dingen zullen komen over dit geslacht.

37. Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt, wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert, en gij hebt niet gewild.

Lees verder hoofdstuk Matteüs 23