Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 23:15-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

15. Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij trekt zee en land rond, om één bekeerling te maken, en wanneer hij het wordt, maakt gij van hem een kind der hel, tweemaal zo erg als gij het zelf zijt.

16. Wee u, blinde wegwijzers, die zegt: Heeft iemand bij de tempel gezworen, dat betekent niets; maar heeft iemand bij het goud van de tempel gezworen, dan is hij gebonden.

17. Gij dwazen en blinden, wat toch is meer, het goud of de tempel, die het goud geheiligd heeft?

18. En heeft iemand bij het altaar gezworen, dat betekent niets; maar heeft iemand bij de gave, die daarop ligt, gezworen, dan is hij gebonden.

19. Gij blinden, immers, wat is meer, de gave of het altaar, dat de gave heiligt?

20. Wie dus gezworen heeft bij het altaar, zweert daarbij en bij alles, wat erop ligt.

21. En wie gezworen heeft bij de tempel, zweert daarbij en bij Hem, die erin woont.

22. En wie gezworen heeft bij de hemel, zweert bij de troon Gods en bij Hem, die daarop gezeten is.

23. Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij geeft tienden van de munt, de dille en de komijn en gij hebt het gewichtigste van de wet verwaarloosd: het oordeel en de barmhartigheid en de trouw.

Lees verder hoofdstuk Matteüs 23