Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 21:24-28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

24. Jezus antwoordde en zeide tot hen: Ik zal u ook een vraag stellen en indien gij Mij daarop antwoord geeft, zal Ik u ook zeggen, krachtens welke bevoegdheid Ik deze dingen doe.

25. Vanwaar was de doop van Johannes? Uit de hemel of uit de mensen? En zij overlegden onder elkander en spraken: Indien wij zeggen: Uit de hemel, zal Hij tot ons zeggen: Waarom hebt gij hem dan niet geloofd?

26. Doch indien wij zeggen: Uit de mensen, zijn wij bevreesd voor de schare, want zij houden allen Johannes voor een profeet.

27. En zij antwoordden en zeiden tot Jezus: Wij weten het niet. Hij van zijn kant zeide tot hen: Dan zeg Ik u ook niet, krachtens welke bevoegdheid Ik deze dingen doe.

28. Wat dunkt u? Iemand had twee kinderen. Hij ging naar de eerste en zeide: Kind, ga en werk vandaag in de wijngaard.

Lees verder hoofdstuk Matteüs 21