Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 19:22-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

22. Toen de jongeling [dit] woord hoorde, ging hij bedroefd heen, want hij bezat vele goederen.

23. Jezus zeide tot zijn discipelen: Voorwaar, Ik zeg u, een rijke zal moeilijk het Koninkrijk der hemelen binnengaan.

24. Wederom zeg Ik u, het is gemakkelijker, dat een kameel gaat door het oog van een naald dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat.

25. Toen de discipelen dit hoorden, waren zij zeer verslagen en zeiden: Wie kan dan behouden worden?

Lees verder hoofdstuk Matteüs 19