Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 17:21-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

21. [Maar dit geslacht vaart niet uit dan door bidden en vasten.]

22. Terwijl zij samen in Galilea verkeerden, zeide Jezus tot hen: De Zoon des mensen zal overgeleverd worden in de handen der mensen,

23. en zij zullen Hem ter dood brengen en ten derden dage zal Hij opgewekt worden. En zij werden zeer bedroefd.

24. Toen zij te Kafarnaüm kwamen, traden de ontvangers van het hoofdgeld op Petrus toe en zeiden: Betaalt uw Meester het hoofdgeld niet? Hij zeide: Zeker wel.

25. En toen hij thuiskwam, was Jezus hem vóór met de vraag: Wat dunkt u, Simon? Van wie heffen aardse koningen rechten of belasting? Van hun zonen of van de vreemden?

26. Toen hij zeide: Van de vreemden, sprak Jezus tot hem: Zo zijn dus de zonen vrij.

27. Maar opdat wij hun geen aanstoot geven, ga gij naar de zee, werp een vishaak uit en de eerste vis, die bovenkomt, grijp die. En wanneer gij zijn bek opendoet, zult gij een zilverstuk vinden. Neem dat en geeft het hun voor Mij en voor u.

Lees verder hoofdstuk Matteüs 17