Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 13:40-48 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

40. Zoals nu het onkruid verzameld wordt en met vuur verbrand, zo zal het gaan bij de voleinding der wereld.

41. De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen uit zijn Koninkrijk verzamelen al wat tot zonde verleidt en hen, die de ongerechtigheid bedrijven,

42. en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal het geween zijn en het tandengeknars.

43. Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon in het Koninkrijk huns Vaders. Wie oren heeft, die hore!

44. Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een schat, verborgen in een akker, die een mens ontdekte en verborg, en in zijn blijdschap erover gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft en koopt die akker.

45. Evenzo is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman, die schone parelen zocht.

46. Toen hij een kostbare parel gevonden had, ging hij heen en verkocht al wat hij had, en kocht die.

47. Evenzo is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een sleepnet, neergelaten in de zee, dat allerlei bijeenbrengt.

48. Wanneer het vol is, haalt men het op de oever, en zet zich neer en verzamelt het goede in vaten, doch het ondeugdelijke werpt men weg.

Lees verder hoofdstuk Matteüs 13