Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 13:24-29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

24. Nog een gelijkenis hield Hij hun voor en Hij zeide: Het Koninkrijk der hemelen komt overeen met iemand, die goed zaad gezaaid had in zijn akker.

25. Doch terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide er onkruid overheen, midden tussen het koren, en ging weg.

26. Toen het graan opkwam en vrucht zette, toen kwam ook het onkruid te voorschijn.

27. Daarna kwamen de slaven van de eigenaar en zeiden tot hem: Heer, hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Hoe komt hij dan aan onkruid?

28. Hij zeide tot hen: Dat heeft een vijandig mens gedaan.

29. De slaven zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij het bijeenhalen? Hij zeide: Neen, want bij het bijeenhalen van het onkruid zoudt gij tevens het koren kunnen uittrekken.

Lees verder hoofdstuk Matteüs 13