Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 8:32-36 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

32. Hij sprak dit woord vrijuit. En Petrus nam Hem terzijde en begon Hem te bestraffen.

33. Doch Hij keerde Zich om en, ziende naar zijn discipelen, bestrafte Hij Petrus en zeide: Ga weg, achter Mij, satan; gij zijt niet bedacht op de dingen Gods, maar op die der mensen.

34. En Hij riep de schare, met zijn discipelen, tot Zich en zeide tot hen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij.

35. Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verliezen zal om Mijnentwil en om des evangelies wil, die zal het behouden.

36. Want wat baat het een mens de gehele wereld te winnen en aan zijn ziel schade te lijden?

Lees verder hoofdstuk Marcus 8