Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 7:15-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

15. Niets, dat van buiten de mens in hem komt, kan hem onrein maken, maar hetgeen uit de mens naar buiten komt, dat is het, wat hem onrein maakt.

16. [Indien iemand oren heeft om te horen, die hore.]

17. En toen Hij van de schare thuis kwam, vroegen zijn discipelen Hem naar de gelijkenis.

18. En Hij zeide tot hen: Zijt ook gij zo onbevattelijk? Begrijpt gij niet, dat al wat van buiten in de mens komt, hem niet onrein kan maken,

Lees verder hoofdstuk Marcus 7