Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 6:50-56 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

50. Want allen zagen zij Hem en werden verbijsterd. Maar terstond sprak Hij met hen en zeide tot hen: Houdt moed, Ik ben het, weest niet bevreesd!

51. En Hij klom bij hen in het schip en de wind ging liggen. En zij waren innerlijk bovenmate ontsteld,

52. want zij waren bij de broden niet tot inzicht gekomen, maar hun hart was verhard.

53. En overgestoken zijnde naar het land, kwamen zij in Gennesaret, en legden daar aan.

54. En toen zij van boord gingen, herkenden de mensen Hem terstond,

55. en zij liepen die gehele streek af en begonnen degenen, die ernstig ongesteld waren, op matrassen rond te dragen naar de plaats, waar zij hoorden dat Hij was.

56. En waar Hij ook kwam in dorpen of steden of gehuchten, daar legden zij de zieken op de markten en smeekten Hem, dat zij slechts de kwast van zijn kleed mochten aanraken. En allen, die Hem aanraakten, werden gezond.

Lees verder hoofdstuk Marcus 6