Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 6:46-49 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

46. En toen Hij afscheid van hen genomen had, ging Hij naar de berg om te bidden.

47. En bij het vallen van de avond was het schip midden op de zee, en Hij was alleen aan land.

48. En toen Hij zag, dat zij zich aftobden om vooruit te komen bij het varen – want zij hadden de wind tegen – kwam Hij omstreeks de vierde nachtwake tot hen, gaande over de zee; en Hij wilde hen voorbijgaan.

49. Toen zij Hem over de zee zagen gaan, meenden zij, dat het een spook was en zij schreeuwden luid.

Lees verder hoofdstuk Marcus 6