Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 6:16-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

16. Toen dan Herodes van Hem hoorde, zeide hij: Johannes, die ik onthoofd heb, die is opgewekt.

17. Want hij, Herodes, had Johannes laten grijpen en geboeid gevangen gezet, ter wille van Herodias, de vrouw van zijn broeder Filippus, omdat hij haar tot vrouw genomen had.

18. Want Johannes had tot Herodes gezegd: Gij moogt de vrouw van uw broeder niet hebben.

19. Herodias had het op hem voorzien en wilde hem doden, doch zij kon dit niet,

20. want Herodes had ontzag voor Johannes, daar hij wist, dat hij een rechtvaardig en heilig man was; en hij beschermde hem en als hij hem gehoord had, was hij in grote verlegenheid, maar hij hoorde hem gaarne.

Lees verder hoofdstuk Marcus 6