Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 13:23-30 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

23. Doch gij, ziet toe: Ik heb het u alles voorzegd.

24. Maar in die dagen, na de verdrukking, zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar glans niet geven.

25. En de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der hemelen zullen wankelen.

26. En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen op de wolken, met grote macht en heerlijkheid.

27. En dan zal Hij zijn engelen uitzenden en zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het uiterste der aarde tot het uiterste des hemels.

28. Leert dan van de vijgeboom deze les: Wanneer zijn hout reeds week wordt en de bladeren doet uitspruiten, weet gij daaraan, dat de zomer nabij is.

29. Zo moet gij ook, wanneer gij dit ziet geschieden, weten, dat het nabij is, voor de deur.

30. Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat dit alles geschiedt.

Lees verder hoofdstuk Marcus 13