Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 11:4-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. En zij gingen heen en vonden een veulen vastgebonden bij de deur buiten aan de weg, en zij maakten het los.

5. En sommigen van degenen, die daar stonden, zeiden tot hen: Wat doet gij daar, dat gij dat veulen losmaakt?

6. Zij spraken tot hen, zoals Jezus gezegd had, en zij lieten hen begaan.

7. En zij brachten het veulen tot Jezus en legden hun klederen daarop en Hij ging erop zitten.

8. En velen spreidden hun klederen op de weg en anderen groen, dat zij van het veld plukten.

9. En die voorgingen en die volgden riepen:Hosanna! Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren;

10. gezegend het komende rijk van onze vader David; Hosanna in de hoogste hemelen!

Lees verder hoofdstuk Marcus 11