Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 11:19-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. En toen het laat werd, gingen zij de stad uit, naar buiten.

20. En toen zij des morgens vroeg langs de vijgeboom kwamen, zagen zij, dat hij van de wortel af verdord was.

21. En Petrus herinnerde het zich en zeide tot Hem: Rabbi, zie de vijgeboom, die Gij vervloekt hebt, is verdord.

22. En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Hebt geloof in God.

23. Voorwaar, Ik zeg u, wie tot deze berg zou zeggen, hef u op en werp u in de zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt geschiedt, het zal hem geschieden.

24. Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden.

25. En wanneer gij staat te bidden, vergeeft wat gij tegen iemand mocht hebben, opdat ook uw Vader in de hemelen uw overtredingen vergeve.

Lees verder hoofdstuk Marcus 11