Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 1:33-36 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

33. En de gehele stad was te hoop gelopen bij de deur.

34. En Hij genas velen, die ernstig ongesteld waren door allerlei ziekten, en vele boze geesten dreef Hij uit en Hij liet de geesten niet toe te spreken, omdat zij Hem kenden.

35. En vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op en ging naar buiten en Hij ging heen naar een eenzame plaats en bad aldaar.

36. Maar Simon en die met hem waren, gingen Hem achterna,

Lees verder hoofdstuk Marcus 1