Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 9:40-48 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

40. En ik heb uw discipelen gesmeekt hem uit te drijven en zij hebben het niet gekund.

41. Jezus antwoordde en zeide: O ongelovig en verkeerd geslacht, hoelang zal Ik nog bij u zijn en u verdragen? Breng uw zoon hier.

42. En nog terwijl hij naderbij kwam, wierp de boze geest hem op de grond en deed hem stuiptrekken. Maar Jezus bestrafte de onreine geest en Hij genas de knaap en gaf hem terug aan zijn vader.

43a. En allen stonden verslagen over de majesteit Gods.

43b. Toen allen zich verwonderden over alles, wat Hij deed, zeide Hij tot zijn discipelen:

44. Legt gij deze woorden in uw oren, want de Zoon des mensen zal overgeleverd worden in de handen der mensen.

45. Maar zij begrepen dit woord niet en het was voor hen verborgen, zodat zij het niet verstonden. En zij durfden Hem niet naar dit woord vragen.

46. Er kwam ook een overlegging bij hen op, wie van hen de meeste was.

47. Maar Jezus kende de overlegging van hun hart, en Hij nam een kind en plaatste dat bij Zich,

48. en Hij zeide tot hen: Een ieder, die dit kind ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij: en een ieder, die Mij ontvangt, ontvangt Hem, die Mij gezonden heeft. Want wie onder u allen de minste is, die is groot.

Lees verder hoofdstuk Lucas 9