Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 9:28-41 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

28. En het geschiedde ongeveer acht dagen na deze woorden, dat Hij Petrus en Johannes en Jakobus medenam en de berg opging om te bidden.

29. En het geschiedde, terwijl Hij in het gebed was, dat het aanzien van zijn gelaat anders werd, en zijn kleding werd stralend wit.

30. En zie, twee mannen spraken met Hem, en wel Mozes en Elia.

31. Dezen, in heerlijkheid verschenen, spraken over zijn uitgang, die Hij te Jeruzalem zou volbrengen.

32. En Petrus en die met hem waren, werden door slaap overmand en, toen zij ontwaakten, zagen zij zijn heerlijkheid, en de twee mannen, die bij Hem stonden.

33. En het geschiedde, toen dezen van Hem scheidden, dat Petrus tot Jezus zeide: Meester, het is goed, dat wij hier zijn, laten wij drie tenten opslaan, voor U een, en voor Mozes een, en voor Elia een; want hij wist niet, wat hij zeide.

34. En terwijl hij dit zeide, kwam er een wolk, en overschaduwde hen. En zij werden bevreesd, toen die de wolk ingingen.

35. En er klonk een stem uit de wolk, die zeide: Deze is mijn Zoon, de uitverkorene, hoort naar Hem.

36. En terwijl die stem klonk, bevond Jezus Zich alleen. En zij zwegen en verhaalden in die dagen aan niemand iets van hetgeen zij gezien hadden.

37. En het geschiedde, toen zij de volgende dag van de berg afdaalden, dat een grote schare Hem tegemoet kwam.

38. En zie, een man uit de schare riep, zeggende: Meester, ik smeek U naar mijn zoon om te zien, want hij is mijn enige,

39. en zie, een geest grijpt hem en dan schreeuwt hij plotseling en hij doet hem stuiptrekken, dat hem het schuim op de mond staat, en als hij hem mishandelt, laat hij hem nauwelijks los.

40. En ik heb uw discipelen gesmeekt hem uit te drijven en zij hebben het niet gekund.

41. Jezus antwoordde en zeide: O ongelovig en verkeerd geslacht, hoelang zal Ik nog bij u zijn en u verdragen? Breng uw zoon hier.

Lees verder hoofdstuk Lucas 9