Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 8:47-56 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

47. Toen de vrouw zag, dat zij niet onopgemerkt bleef, kwam zij bevende nader, viel voor Hem neer en verhaalde Hem, voor al het volk, om welke reden zij Hem aangeraakt had en dat zij terstond beter was geworden.

48. En Hij zeide tot haar: Dochter, uw geloof heeft u behouden, ga heen in vrede.

49. Terwijl Hij nog sprak, kwam er iemand van de overste der synagoge met de boodschap: Uw dochter is gestorven, val de Meester niet meer lastig!

50. Maar Jezus hoorde het en antwoordde hem: Wees niet bevreesd, geloof alleen, en zij zal behouden worden.

51. Toen Hij aan het huis gekomen was, stond Hij niemand toe met Hem naar binnen te gaan dan Petrus, Johannes en Jakobus en de vader van het kind en de moeder.

52. Allen nu weenden en weeklaagden over haar. Doch Hij sprak: Weent niet; zij is niet gestorven, maar zij slaapt.

53. En zij lachten Hem uit, omdat zij wisten, dat zij gestorven was.

54. Maar Hij vatte haar hand en riep, zeggende: Kind, sta op!

55. En haar geest keerde terug en zij stond dadelijk op en Hij beval, dat men haar te eten zou geven.

56. En haar ouders stonden versteld, maar Hij verbood hun tot iemand te spreken over hetgeen geschied was.

Lees verder hoofdstuk Lucas 8