Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 6:1-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Het geschiedde op een sabbat, dat Hij door korenvelden ging en zijn discipelen plukten aren en aten die, ze stuk wrijvende met hun handen.

2. Maar sommige van de Farizeeën zeiden: Waarom doet gij wat op sabbat niet mag?

3. En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Hebt gij dan ook dit niet gelezen, wat David gedaan heeft, toen hij en die met hem waren honger kregen?

4. Hoe hij het huis Gods binnengegaan is en de toonbroden heeft genomen en ervan gegeten heeft en gegeven aan die met hem waren, waarvan niemand mag eten dan alleen de priesters?

5. En Hij zeide tot hen: De Zoon des mensen is heer over de sabbat.

6. Op een andere sabbat geschiedde het, dat Hij in de synagoge ging en leerde. En daar was iemand, wiens rechterhand verschrompeld was.

7. De schriftgeleerden en de Farizeeën letten op Hem, of Hij op de sabbat genas, om een aanklacht tegen Hem te vinden.

8. Maar Hij kende hun overleggingen en zeide tot de man, wiens hand verschrompeld was: Sta op en ga in het midden staan. Hij stond op en ging staan.

9. En Jezus sprak tot hen: Ik leg u de vraag voor, of het geoorloofd is op de sabbat goed te doen of kwaad te doen, een leven te redden of verloren te doen gaan.

10. Toen zag Hij hen allen rondom Zich aan en zeide tot hem: Strek uw hand uit. Hij deed het en zijn hand werd weder gezond.

11. En zij raakten volkomen hun verstand kwijt en spraken er met elkander over, wat zij Jezus doen zouden.

12. En het geschiedde in die dagen, dat Hij naar het gebergte ging om te bidden, en Hij bracht de nacht door in het gebed tot God.

Lees verder hoofdstuk Lucas 6