Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 22:66-71 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

66. En toen het dag geworden was, kwam de Raad van de oudsten van het volk bijeen, overpriesters en schriftgeleerden, en zij leidden Hem voor hun Raad,

67. en zeiden: Indien Gij de Christus zijt, zeg het ons dan. Hij zeide tot hen: Al zeide Ik het u, gij zoudt het toch niet geloven;

68. en al zou Ik u vragen, gij zoudt toch niet antwoorden.

69. Van nu aan zal de Zoon des mensen zijn gezeten aan de rechterhand Gods.

70. En zij zeiden allen: Zijt Gij dan de Zoon van God? Hij zeide tot hen: Gij zegt zelf, dat Ik het ben.

71. En zij zeiden: Wat hebben wij verder voor getuigenis nodig? Zelf hebben wij het immers uit zijn mond gehoord.

Lees verder hoofdstuk Lucas 22