Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 22:37-45 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

37. Want Ik zeg u, dat dit woord, dat geschreven is, aan Mij in vervulling moet gaan: En Hij is onder de misdadigers gerekend. Want wat over Mij geschreven is, komt tot een einde.

38. Zij zeiden: Here, zie, hier zijn twee zwaarden! Hij zeide tot hen: Het is voldoende.

39. En Hij verliet de stad en ging, zoals Hij gewoon was, naar de Olijfberg. En ook zijn discipelen volgden Hem.

40. En toen Hij aan die plaats gekomen was, zeide Hij tot hen: Bidt, dat gij niet in verzoeking komt.

41. En Hij zonderde Zich van hen af, ongeveer een steenworp ver, knielde neder en bad

42. deze woorden: Vader, indien Gij wilt, neem deze beker van Mij weg; doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede!

43. En Hem verscheen een engel uit de hemel om Hem kracht te geven.

44. En Hij werd dodelijk beangst en bad des te vuriger. En zijn zweet werd als bloeddruppels, die op de aarde vielen.

45. En Hij stond op van het gebed en ging tot zijn discipelen en Hij vond hen slapende van droefheid.

Lees verder hoofdstuk Lucas 22