Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 21:6-21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. Wat gij daar aanschouwt – er zullen dagen komen, waarin geen steen op de andere zal gelaten worden, die niet zal worden weggebroken.

7. En zij vroegen Hem en zeiden: Meester, wanneer zal dit dan geschieden? En wat is het teken, dat deze dingen zullen gebeuren?

8. Hij zeide: Ziet toe, dat gij u niet laat verleiden. Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben het, en: De tijd is nabij. Gaat hen niet achterna.

9. En wanneer gij hoort van oorlogen en onlusten, laat u niet beangstigen. Want die dingen moeten eerst geschieden, maar dat is nog niet terstond het einde.

10. Toen zeide Hij tot hen: Volk zal opstaan tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk,

11. en er zullen grote aardbevingen, en nu hier, dan daar pestziekten en hongersnoden zijn, en ook vreselijke dingen en grote tekenen van de hemel.

12. Maar vóór dit alles zullen zij de handen aan u slaan en u vervolgen, door u over te leveren in de synagogen en gevangenissen, en u voor koningen en stadhouders te leiden om mijns naams wil.

13. Het zal voor u hierop uitlopen, dat gij zult getuigen.

14. Neemt u daarom in uw hart voor, niet vooraf te bedenken, hoe gij u zult verdedigen.

15. Want Ik zal u mond en wijsheid geven, welke al uw tegenstanders niet zullen kunnen weerstaan of weerleggen.

16. En gij zult overgeleverd worden zelfs door ouders en broeders en verwanten en vrienden, en zij zullen sommigen van u doden,

17. en gij zult door allen gehaat worden om mijns naams wil.

18. Doch geen haar van uw hoofd zal teloor gaan;

19. door uw volharding zult gij uw leven verkrijgen.

20. Zodra gij nu Jeruzalem door legerkampen omsingeld ziet, weet dan, dat zijn verwoesting nabij is.

21. Laten dan die in Judea zijn, vluchten naar de bergen, en die binnen de stad zijn, de wijk nemen, en die op het land zijn, er niet binnengaan,

Lees verder hoofdstuk Lucas 21