Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 21:19-37 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. door uw volharding zult gij uw leven verkrijgen.

20. Zodra gij nu Jeruzalem door legerkampen omsingeld ziet, weet dan, dat zijn verwoesting nabij is.

21. Laten dan die in Judea zijn, vluchten naar de bergen, en die binnen de stad zijn, de wijk nemen, en die op het land zijn, er niet binnengaan,

22. want dit zijn de dagen van vergelding, waarin alles wat geschreven is, in vervulling gaat.

23. Wee de zwangeren en de zogenden in die dagen! Want er zal grote nood zijn over het land en toorn over dit volk,

24. en zij zullen vallen door de scherpte des zwaards en als gevangenen weggevoerd worden onder alle heidenen, en Jeruzalem zal door heidenen vertrapt worden, totdat de tijden der heidenen zullen vervuld zijn.

25. En er zullen tekenen zijn aan zon en maan en sterren, en op de aarde radeloze angst onder de volken vanwege het bulderen van zee en branding,

26. terwijl de mensen bezwijmen van vrees en angst voor de dingen, die over de wereld komen. Want de machten der hemelen zullen wankelen.

27. En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen op een wolk, met grote macht en heerlijkheid.

28. Wanneer deze dingen beginnen te geschieden, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing genaakt.

29. En Hij sprak een gelijkenis tot hen: Let op de vijgeboom en op al de bomen.

30. Zodra zij uitlopen, weet gij uit uzelf, omdat gij het ziet, dat de zomer reeds nabij is.

31. Zo moet ook gij, wanneer gij dit ziet geschieden, weten, dat het Koninkrijk Gods nabij is.

32. Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat alles geschiedt.

33. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.

34. Ziet toe op uzelf, dat uw hart nimmer bezwaard worde door roes en dronkenschap en zorgen voor levensonderhoud, en die dag niet plotseling over u kome, als een strik.

35. Want hij zal komen over allen, die gezeten zijn op het oppervlak der ganse aarde.

36. Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te ontkomen aan alles wat geschieden zal, en gesteld te worden voor het aangezicht van de Zoon des mensen.

37. Overdag leerde Hij in de tempel, doch de nachten bracht Hij buiten door op de berg, Olijfberg genaamd.

Lees verder hoofdstuk Lucas 21