Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 2:36-43 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

36. Ook was daar Hanna, een profetes, een dochter van Fanuël, uit de stam Aser. Zij was op hoge leeftijd gekomen, nadat zij met haar man na haar huwelijksdag zeven jaren had geleefd,

37. en nu was zij weduwe, ongeveer vierentachtig jaar oud, en zij diende God onafgebroken in de tempel, met vasten en bidden, nacht en dag.

38. En zij kwam op datzelfde ogenblik daarbij staan, en zij loofde mede God en sprak over Hem tot allen, die voor Jeruzalem verlossing verwachtten.

39. En toen zij alles volbracht hadden, wat volgens de wet des Heren te doen was, keerden zij terug naar Galilea, naar hun stad Nazaret.

40. Het kind groeide op en werd krachtig, en het werd vervuld met wijsheid, en de genade Gods was op Hem.

41. En zijn ouders reisden elk jaar naar Jeruzalem, op het Paasfeest.

42. En toen Hij twaalf jaar was geworden en zij, zoals dit bij het feest gebruikelijk was, optrokken,

43. en de feestdagen voleindigd hadden, bleef het kind Jezus bij hun terugreis te Jeruzalem achter, en zijn ouders bemerkten het niet.

Lees verder hoofdstuk Lucas 2