Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 18:21-39 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

21. Hij zeide: Dat alles heb ik van jongs af in acht genomen.

22. Toen Jezus dat hoorde, zeide Hij tot hem: Nog één ding komt gij te kort: verkoop alles wat gij bezit, en verdeel het onder de armen, en gij zult een schat hebben in de hemelen, en kom hier, volg Mij.

23. Toen hij dat hoorde, werd hij diep bedroefd, want hij was zeer rijk.

24. En Jezus zag hem aan en zeide: Hoe moeilijk kunnen zij, die geld hebben, in het Koninkrijk Gods ingaan.

25. Want het is gemakkelijker, dat een kameel gaat door het oog ener naald, dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat.

26. En die dit hoorden, zeiden tot Hem: Maar wie kan dan behouden worden?

27. Hij zeide tot hen: Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God.

28. En Petrus zeide: Zie, wij hebben het onze prijsgegeven en zijn U gevolgd.

29. En Hij zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of vrouw of broeders of ouders of kinderen heeft prijsgegeven om het Koninkrijk Gods,

30. of hij zal vele malen meer ontvangen in deze tijd en in de toekomende eeuw het eeuwige leven.

31. Hij nam de twaalven terzijde en sprak tot hen: Zie, wij gaan op naar Jeruzalem, en al wat door de profeten geschreven is, zal aan de Zoon des mensen volbracht worden.

32. Want Hij zal overgeleverd worden aan de heidenen en bespot en gesmaad en bespuwd worden,

33. en zij zullen Hem geselen en doden, en ten derden dage zal Hij opstaan.

34. En zij begrepen niets van deze dingen en dit woord bleef hun duister en zij wisten niet, waarvan gesproken werd.

35. Het geschiedde nu, toen Hij in de nabijheid van Jericho kwam, dat een blinde aan de weg zat te bedelen.

36. Toen deze hoorde, dat er een schare voorbijging, vroeg hij, wat dit was.

37. En zij vertelden hem, dat Jezus de Nazoreeër voorbijkwam.

38. En hij riep en zeide: Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!

39. En die vooraan liepen, bestraften hem, dat hij zwijgen zou. Maar hij schreeuwde des te meer: Zoon van David, heb medelijden met mij!

Lees verder hoofdstuk Lucas 18