Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 15:1-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Al de tollenaars nu en de zondaars plachten tot Hem te komen om naar Hem te horen.

2. En de Farizeeën en de schriftgeleerden morden en spraken: Deze ontvangt zondaars en eet met hen.

3. En Hij sprak deze gelijkenis tot hen en zeide:

4. Wie van u, die honderd schapen heeft en er één van verliest, laat niet de negenennegentig in de wildernis achter en gaat het verlorene zoeken, totdat hij het vindt?

5. En als hij het vindt, tilt hij het met blijdschap op zijn schouders,

6. en thuisgekomen, roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tot hen: Verblijdt u met mij, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was.

7. Ik zeg u, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar, die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die geen bekering nodig hebben.

8. Of welke vrouw, die tien schellingen heeft, en er één verliest, steekt niet een lamp aan en veegt het huis en zoekt zorgvuldig, totdat zij hem vindt?

Lees verder hoofdstuk Lucas 15