Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 13:22-29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

22. En Hij trok verder langs steden en dorpen, predikende en reizende naar Jeruzalem.

23. En iemand zeide tot Hem: Here, zijn het weinigen, die behouden worden?

24. Hij zeide tot hen: Strijdt om in te gaan door de enge poort, want velen, zeg Ik u, zullen trachten in te gaan, doch het niet kunnen.

25. Van het ogenblik af, dat de heer des huizes is opgestaan en de deur gesloten heeft, zult gij beginnen buiten te staan en aan de deur te kloppen, zeggende: Here, doe ons open, en Hij zal antwoorden en tot u zeggen: Ik weet niet, vanwaar gij zijt.

26. Dan zult gij beginnen te zeggen: Wij hebben voor uw ogen gegeten en gedronken en in onze straten hebt Gij geleerd.

27. En Hij zal tot u spreken, zeggende: Ik weet niet, vanwaar gij zijt; gaat weg van Mij, alle gij werkers der ongerechtigheid.

28. Daar zal het geween zijn en het tandengeknars, wanneer gij Abraham en Isaak en Jakob zult zien en al de profeten in het Koninkrijk Gods, maar uzelf buitengeworpen.

29. En zij zullen komen van oost en west en van noord en zuid en zullen aanliggen in het Koninkrijk Gods.

Lees verder hoofdstuk Lucas 13