Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 13:1-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Terzelfder tijd kwamen enigen tot Hem met het bericht over de Galileeërs, wier bloed Pilatus met hun offers vermengd had.

2. En Hij antwoordde en zeide tot hen: Meent gij, dat deze Galileeërs groter zondaars waren dan alle andere Galileeërs, omdat zij dit lot hebben ondergaan?

3. Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen.

4. Of meent gij, dat die achttien, op wie de toren bij Siloam viel en die erdoor gedood werden, schuldiger waren dan alle andere mensen, die in Jeruzalem wonen?

5. Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen.

6. En Hij sprak deze gelijkenis: Iemand bezat een vijgeboom, die in zijn wijngaard was geplant, en hij kwam om vrucht daaraan te zoeken en vond er geen.

7. En hij zeide tot de wijngaardenier: Zie, het is nu al drie jaar, dat ik vrucht aan deze vijgeboom kom zoeken en ik vind ze niet. Hak hem om! Waarom zou hij de grond nutteloos beslaan?

8. Hij antwoordde en zeide tot hem: Heer, laat hem nog dit jaar staan, ik zal er eerst nog eens omheen graven en er mest bij brengen,

9. en indien hij in het komende jaar vrucht draagt, (dan is het goed,) maar anders, dan moet gij hem omhakken.

10. Hij was bezig te leren in een der synagogen op sabbat.

11. En zie, er was een vrouw, die reeds achttien jaren een geest van zwakheid had en verkromd was en zich in het geheel niet kon oprichten.

Lees verder hoofdstuk Lucas 13