Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 1:76-80 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

76. En gij, kind, zult een profeet des Allerhoogsten heten;want gij zult uitgaan voor het aangezicht des Heren, om zijn wegen te bereiden,

77. om aan zijn volk te geven kennis van heil in de vergeving hunner zonden,

78. door de innerlijke barmhartigheid van onze God,waarmede de Opgang uit de hoogte naar ons zal omzien,

79. om hen te beschijnen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods, om onze voeten te richten op de weg des vredes.

80. Het kind nu groeide op en werd gesterkt door de Geest. En hij vertoefde in de woestijnen tot op de dag, dat hij zich aan Israël vertoonde.

Lees verder hoofdstuk Lucas 1