Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 1:46-57 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

46. En Maria zeide:Mijn ziel maakt groot de Here,

47. en mijn geest heeft zich verblijd over God, mijn Heiland,

48. omdat Hij heeft omgezien naar de lage staat zijner dienstmaagd. Want zie, van nu aan zullen mij zalig prijzen alle geslachten,

49. omdat grote dingen aan mij gedaan heeft de Machtige. En heilig is zijn naam,

50. en zijn barmhartigheid van geslacht tot geslacht voor wie Hem vrezen.

51. Hij heeft een krachtig werk gedaan door zijn arm,en Hij heeft hoogmoedigen in de overlegging huns harten verstrooid;

52. Hij heeft machtigen van de troon gestort en eenvoudigen verhoogd,

53. hongerigen heeft Hij met goederen vervuld en rijken heeft Hij ledig weggezonden.

54. Hij heeft Zich Israël, zijn knecht, aangetrokken, om te gedenken aan barmhartigheid, –

55. gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen –voor Abraham en zijn nageslacht in eeuwigheid.

56. En Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar en keerde terug naar haar huis.

57. Toen voor Elisabet de tijd vervuld was, dat zij baren zou, bracht zij een zoon ter wereld.

Lees verder hoofdstuk Lucas 1