Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 1:32-37 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

32. Deze zal groot zijn en Zoon des Allerhoogsten genoemd worden, en de Here God zal Hem de troon van zijn vader David geven,

33. en Hij zal als koning over het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid, en zijn koningschap zal geen einde nemen.

34. En Maria zeide tot de engel: Hoe zal dat geschieden, daar ik geen omgang met een man heb?

35. En de engel antwoordde en zeide tot haar: De heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden.

36. En zie, Elisabet, uw verwante, is eveneens zwanger van een zoon in haar ouderdom en dit is reeds de zesde maand voor haar, die onvruchtbaar heette.

37. Want geen woord, dat van God komt, zal krachteloos wezen.

Lees verder hoofdstuk Lucas 1