Oude Testament

Nieuwe Testament

Kolossenzen 2:9-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk;

10. en gij hebt de volheid verkregen in Hem, die het hoofd is van alle overheid en macht.

11. In Hem zijt gij ook met een besnijdenis, die geen werk van mensenhanden is, besneden door het afleggen van het lichaam des vlezes, in de besnijdenis van Christus,

12. daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook mede opgewekt door het geloof aan de werking Gods, die Hem uit de doden heeft opgewekt.

13. Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold,

14. door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen:

15. Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd.

Lees verder hoofdstuk Kolossenzen 2