Oude Testament

Nieuwe Testament

Kolossenzen 2:6-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. Nu gij Christus Jezus, de Here, aanvaard hebt, wandelt in Hem,

7. geworteld en dan opgebouwd wordend in Hem, bevestigd wordend in het geloof, zoals u geleerd is, overvloeiende in dankzegging.

8. Ziet toe, dat niemand u medeslepe door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus,

9. want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk;

10. en gij hebt de volheid verkregen in Hem, die het hoofd is van alle overheid en macht.

11. In Hem zijt gij ook met een besnijdenis, die geen werk van mensenhanden is, besneden door het afleggen van het lichaam des vlezes, in de besnijdenis van Christus,

12. daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook mede opgewekt door het geloof aan de werking Gods, die Hem uit de doden heeft opgewekt.

Lees verder hoofdstuk Kolossenzen 2