Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 7:2-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. Nu was het feest der Joden, Loofhutten, nabij.

3. Zijn broeders dan zeiden tot Hem: Ga vanhier en reis naar Judea, opdat ook uw discipelen uw werken aanschouwen, die Gij doet.

4. Want niemand doet iets in het verborgen en tracht tegelijk zelf de aandacht te trekken. Indien Gij zulke dingen doet, maak, dat Gij bekend wordt aan de wereld.

5. Want zelfs zijn broeders geloofden niet in Hem.

6. Jezus dan zeide tot hen: Mijn tijd is nog niet gekomen, maar uw tijd is steeds bereid.

7. U kan de wereld niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van haar getuig, dat haar werken boos zijn.

8. Gaat gij op naar het feest; Ik ga niet op naar dit feest, omdat mijn tijd nog niet vervuld is.

9. En nadat Hij dit tot hen gezegd had, bleef Hij in Galilea.

10. Maar toen zijn broeders opgegaan waren naar het feest, toen ging Hij zelf ook op, niet openlijk, maar als in het verborgen.

11. De Joden dan zochten Hem op het feest en zeiden: Waar is Hij?

12. En er was veel gemompel over Hem onder de scharen; sommigen zeiden: Hij is goed, anderen zeiden: Neen, maar Hij verleidt het volk.

13. Toch sprak niemand vrijuit over Hem, uit vrees voor de Joden.

Lees verder hoofdstuk Johannes 7