Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 6:41-60 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

41. De Joden dan morden over Hem, omdat Hij gezegd had: Ik ben het brood, dat uit de hemel nedergedaald is,

42. en zij zeiden: Is dit niet Jezus, de zoon van Jozef, wiens vader en moeder wij kennen? Hoe zegt Hij nu: Ik ben uit de hemel nedergedaald?

43. Jezus antwoordde en zeide tot hen: Mort niet onder elkander.

44. Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekke, en Ik zal hem opwekken ten jongsten dage.

45. Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen door God geleerd zijn. Een ieder, die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, komt tot Mij.

46. Niet, dat iemand de Vader gezien heeft; alleen die van God komt, die heeft de Vader gezien.

47. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie gelooft, heeft eeuwig leven.

48. Ik ben het brood des levens.

49. Uw vaderen hebben in de woestijn het manna gegeten en zij zijn gestorven;

50. dit is het brood, dat uit de hemel nederdaalt, opdat wie ervan eet, niet sterve.

51. Ik ben het levende brood, dat uit de hemel nedergedaald is. Indien iemand van dit brood eet, hij zal in eeuwigheid leven; en het brood, dat Ik geven zal, is mijn vlees, voor het leven der wereld.

52. De Joden dan streden onderling en zeiden: Hoe kan deze ons zijn vlees te eten geven?

53. Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet en zijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in uzelf.

54. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem opwekken ten jongsten dage.

55. Want mijn vlees is ware spijs en mijn bloed is ware drank.

56. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem.

57. Gelijk de levende Vader Mij gezonden heeft en Ik leef door de Vader, zo zal ook hij, die Mij eet, leven door Mij.

58. Dit is het brood, dat uit de hemel nedergedaald is; niet gelijk de vaderen gegeten hebben en gestorven zijn; wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.

59. Dit zeide Hij, lerende in de synagoge te Kafarnaüm.

60. Vele dan van zijn discipelen hoorden dit en zeiden: Deze rede is hard; wie kan haar aanhoren?

Lees verder hoofdstuk Johannes 6