Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 3:31-36 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

31. Die van boven komt, is boven allen; wie uit de aarde is, is uit de aarde en spreekt van de aarde.

32. Die uit de hemel komt, is boven allen; wat Hij gezien en gehoord heeft, dat getuigt Hij en zijn getuigenis neemt niemand aan.

33. Wie zijn getuigenis aanvaardt, heeft bezegeld, dat God waarachtig is.

34. Want Hij, die God gezonden heeft, die spreekt de woorden Gods, want Hij geeft de Geest niet met mate.

35. De Vader heeft de Zoon lief en heeft Hem alles in handen gegeven.

36. Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.

Lees verder hoofdstuk Johannes 3