Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 2:1-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. En op de derde dag was er een bruiloft te Kana in Galilea en de moeder van Jezus was daar;

2. en ook Jezus en zijn discipelen waren ter bruiloft genodigd.

3. En toen er gebrek aan wijn kwam, zeide de moeder van Jezus tot Hem: Zij hebben geen wijn.

4. En Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat heb Ik met u van node? Mijn ure is nog niet gekomen.

5. Zijn moeder zeide tot hen, die bedienden: Wat Hij u ook zegt, doet dat!

6. Nu waren daar zes stenen watervaten neergezet volgens het reinigingsgebruik der Joden, elk met een inhoud van twee of drie metreten.

7. Jezus zeide tot hen: Vult de vaten met water. En zij vulden ze tot de rand.

8. En Hij zeide tot hen: Schept nu en brengt het aan de leider van het feest. En zij brachten het.

Lees verder hoofdstuk Johannes 2