Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 14:15-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

15. Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren.

16. En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn,

17. de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.

18. Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u.

19. Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, maar gij ziet Mij, want Ik leef en gij zult leven.

20. Te dien dage zult gij weten, dat Ik in mijn Vader ben en gij in Mij en Ik in u.

21. Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.

22. Judas, niet Iskariot, zeide tot Hem: Here, en hoe komt het, dat Gij Uzelf aan ons zult openbaren en niet aan de wereld?

23. Jezus antwoordde en zeide tot hem: Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen.

Lees verder hoofdstuk Johannes 14