Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 14:1-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij.

2. In het huis mijns Vaders zijn vele woningen – anders zou Ik het u gezegd hebben – want Ik ga heen om u plaats te bereiden;

3. en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.

4. En waar Ik heenga, daarheen weet gij de weg.

5. Tomas zeide tot Hem: Here, wij weten niet, waar Gij heengaat; hoe weten wij dan de weg?

6. Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.

7. Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien.

Lees verder hoofdstuk Johannes 14