1. Jezus dan kwam zes dagen vóór het Pascha te Betanië, waar Lazarus was, die Jezus uit de doden had opgewekt.
2. Zij richtten daar dan een maaltijd voor Hem aan en Marta bediende, en Lazarus was één van hen, die met Hem aan tafel waren.
3. Maria dan nam een pond echte, kostbare nardusmirre, en zij zalfde de voeten van Jezus en droogde zijn voeten af met haar haren; en de geur der mirre verspreidde zich door het gehele huis.
4. Maar Judas Iskariot, één van zijn discipelen, die Hem verraden zou, zeide: