Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 11:2-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. Maria was het, die de Here gezalfd had met mirre en zijn voeten met haar haren had afgedroogd. En haar broeder Lazarus was ziek.

3. De zusters dan zonden Hem bericht: Here, zie, die Gij liefhebt, is ziek.

4. Toen Jezus het hoorde, zeide Hij: Deze ziekte is niet ten dode, maar ter ere Gods, opdat de Zoon van God erdoor verheerlijkt worde.

5. Jezus nu had Marta en haar zuster en Lazarus lief.

Lees verder hoofdstuk Johannes 11