Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 10:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie niet door de deur de schaapskooi binnenkomt, maar op een andere plaats inklimt, die is een dief en een rover;

2. maar wie door de deur binnenkomt, is de herder der schapen.

3. Voor hem doet de deurwachter open en de schapen horen naar zijn stem en hij roept zijn eigen schapen bij name en voert ze naar buiten.

4. Wanneer hij zijn eigen schapen alle naar buiten gebracht heeft, gaat hij voor ze uit en de schapen volgen hem, omdat zij zijn stem kennen;

Lees verder hoofdstuk Johannes 10